Mammografie gescreend
OpsporingDé beste manier om borstkankers op te sporen blijft nog altijd de mammografie. Toch heeft ook deze beproefde methode zijn beperkingen. En nadelen, zoals overdiagnosticering. Goed om te weten en rekening mee te houden! Elke twee jaar krijgen alle vrouwen in België tussen de 50 en 69 een oproep om een mammografie te laten maken in het ziekenhuis of de borstkliniek. Logisch, want deze röntgenfoto is tot nu toe de meest efficiënte manier om borstkanker op te sporen. Ook vrouwen die met klachten als een knobbeltje, deukje of andere verandering in de borst naar hun huisarts stappen, worden vaak doorverwezen voor een mammografie.
Hoe werkt het?
Je gaat met ontbloot bovenlijf voor het röntgenapparaat staan en de radioloog (meestal een vrouw) helpt je met het op de juiste manier plaatsen van je borst tussen de twee kunststof platen. Vervolgens wordt je borst tussen de twee platen gedrukt, eigenlijk 'gespreid'. Dit is nodig omdat de radioloog anders geen goed beeld krijgt van de hele borst en niet kan zien of er iets mis is. Meestal worden er per borst twee foto’s gemaakt: van de voorkant en van de zijkant.
Goed nieuws: er is een mammograaf-op-maat in de maak. De drukkracht wordt aangepast aan de vorm en grootte van je borsten.
Doet het pijn?
De foto is op zijn minst vervelend, en voor sommige vrouwen echt pijnlijk. De kracht die op je borst wordt uitgeoefend is ongeveer 18 kilo gedurende 20 seconden. Ivo Nagels, medisch adviseur van de Stichting Tegen Kanker: "Probeer ontspannen te zijn. Hoe nerveuzer je bent, hoe vervelender het onderzoek kan zijn. Koffie, kruidig eten of andere voedingsmiddelen die je zenuwstelsel prikkelen, laat je om die reden best achterwege." Ook de grootte van je borsten kan invloed hebben. Omdat het röntgenapparaat bij elke opname dezelfde druk uitoefent, kan het pijnlijker zijn als je kleinere borsten hebt. Bij grote borsten is immers meer kracht nodig om ze plat te drukken. De Nederlandse arts Kees Grimbergen ontwikkelde inmiddels een mammograaf-op-maat: elektronica meet eerst de vorm en de grootte van je borsten en past daarop de drukkracht aan. Uit onderzoek blijkt dat het onderzoek op die manier stukken minder vervelend is. Het apparaat wordt nu nog getest, maar komt daarna hopelijk snel naar België.
Wanneer krijg je de uitslag?
Soms mag je na het onderzoek even wachten en krijg je direct de uitslag. Maar het kan ook zijn dat de foto’s eerst naar een centrum voor borstkankeropsporing worden gestuurd, en dan kan de uitslag tot drie weken op zich laten wachten. Er kijken altijd twee radiologen naar de foto’s. Bij twijfel wordt ook nog de mening van een derde radioloog gevraagd.
Mogelijk nadeel: overdiagnosticering. Sommige prille borstkankers worden behandeld, terwijl ze wellicht nooit tot ontwikkeling waren gekomen.
Wat zijn de nadelen?
Behalve het feit dat een mammografie pijnlijk kan zijn en je blootstelt aan röntgenstraling, kan uit het onderzoek een verdacht letsel worden gezien waardoor aanvullend onderzoek nodig is, maar kan uiteindelijk toch blijken dat er niets aan de hand is. Ivo Nagels: "Dit zijn vals positieve resultaten met overdiagnosticering als gevolg. En dat zorgt bij vrouwen voor extra stress en onrust. Ook komt het voor dat de mammografie een klein gezwel opspoort dat weliswaar kanker blijkt te zijn die ook behandeld wordt, maar waarover later de vraag gesteld kan worden of het wel nodig was om te behandelen. Sommige prille borstkankers komen immers niet tot ontwikkeling. Een ander nadeel zijn de zogenoemde vals negatieve resultaten: er is niets op de mammografie te zien terwijl er toch een gezwel is en er bijvoorbeeld na een jaar alsnog borstkanker ontstaat."
Slechts 51,2%
Uit de gegevens van het Centrum voor Kankeropsporing blijkt dat 402.379 vrouwen tussen 50 en 69 jaar in 2011 en 2012 een screeningsmammografie lieten nemen in het kader van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker, ofwel 51,2% van de vrouwen uit de doelgroep. Dat cijfer ligt helaas nog ver beneden de vooropgestelde 75% van de gezondheidsdoelstelling over borstkankeropsporing.
Of een MRI?
Niet in alle gevallen is de mammografie dé opsporingsmethode. Bij vrouwen met het BRCA-1 en BRCA-2 gen zal er sneller een MRI-onderzoek worden gedaan. Als je dit gen hebt, zal je vaker gecontroleerd moeten worden, omdat je risico op borstkanker erg hoog is en veelvuldige blootstelling aan röntgenstraling is niet ideaal.
Bron: Manon Kluten, met dank aan Ivo Nagels, medisch adviseur van Stichting Tegen Kanker.
Content volgens thema
Gerelateerd
Doe een donatie
Donaties door particulieren gaan naar het Pink Ribbon Fonds, dat wordt beheerd door de Koning Boudewijnstichting.
Pink Support
Steun de strijd tegen borstkanker op jouw manier en organiseer een actie op het Pink Support Platform!
Nieuwsbrief
Wil je op de hoogte blijven van wat Pink Ribbon doet? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!