De beste vriendin van Liesbet is in behandeling voor borstkanker
Vriendschap Getuigenis“Als Kathelijne me belt, neem ik altijd op, waar ik ook ben en wat ik ook doe”
10/10/2023 - Hier lees je het verhaal van Liesbet, de vriendin van een borstkankerpatiënte. De vriendschap tussen Liesbet en Kathelijne gaat terug tot hun tienerjaren en was altijd al warm en hecht. Maar nu Kathelijne borstkanker heeft, beseffen ze nog beter wat ze voor elkaar betekenen. Kathelijne noemt Liesbet niet voor niets haar ‘rots’.
“Het was op een maandag in november. Ik was thuis aan het werk, maar had moeite om me te concentreren. Ik zat met Kathelijne in mijn hoofd. Ze moest vandaag naar de radioloog. Haar gynaecoloog had haar doorverwezen voor verder onderzoek nadat hij een verdacht knobbeltje had gevoeld in haar borst. We hadden elkaar in het weekend nog gezien. Kathelijne had stress, uiteraard, en maakte zich zorgen. Het zou toch niet ...? ‘Je kunt alleen maar afwachten en er het beste van hopen’, had ik haar proberen te sussen.
Het whatsapp-berichtje dat ik later die dag van Kathelijne kreeg was minder verlossend dan ik had gehoopt. ‘Ik ben bang, sweetie’ las ik. ‘Net mammo en echo gehad en moet morgen al MRI en punctie laten doen. Weefsel van mijn linkerborst zag er grellig uit en moet onderzocht worden ...’ Ik belde haar meteen op. Wat was er precies gezegd? Wanneer wist ze meer? Kathelijne klonk bang en overstuur. Nog terwijl de radioloog haar aan het onderzoeken was, had hij al opgemerkt: ‘Dit ziet er niet goed uit.’ En ook al waardeerde Kathelijne zijn openheid, het waren woorden die ze liever niét had gehoord. Ik luisterde naar haar relaas, zei dat ze niet mocht doemdenken voor alle resultaten bekend waren. Maar ik was er zelf ook niet gerust in. ’s Avonds heb ik tegen mijn man gezegd: ‘Als Kathelijne slecht nieuws krijgt, wil ik er voor haar zijn als ze me nodig heeft.’
Kathelijne en ik waren nog tieners toen we elkaar leerden kennen in het jeugdhuis. Zij supersociaal en tomeloos energiek, ik wat rustiger en introverter. Maar het klikte wonderwel tussen ons. Vriendschappen die op die leeftijd gesloten worden, sterven nogal eens een stille dood als je eenmaal volwassen bent, maar Kathelijne en ik zijn altijd met elkaar blijven optrekken. We gingen met z’n tweeën op vakantie, startten samen een volleybalclubje en hebben na onze studies zelfs twee jaar een appartement gedeeld. Mijn vriendschap met Kathelijne was een constante factor in mijn leven, ook toen we elk een gezin kregen. Ik was enorm ontroerd toen ze me vroeg om meter te worden van haar eerste kind. ‘Mijn zus zal er altijd zijn’, zei ze, ‘dus wil ik dat jij meter wordt, zodat ik met jou verbonden blijf.’ Intussen kennen we elkaar al bijna dertig jaar. Er zijn periodes geweest dat we wat minder contact hadden, door de drukte van het leven van alledag. Als je allebei een job hebt en een gezin met jonge kinderen, wordt afspreken nu eenmaal wat minder evident. Maar telkens als we elkaar belden of zagen, pikten we moeiteloos de draad weer op.
Tegenwoordig zien we elkaar weer veel vaker, minstens één keer per week. En ik bel om de twee dagen om te horen hoe het met haar gaat. Ze heeft me dat ook expliciet gevraagd, na haar diagnose: ‘Ik zal je nodig hebben, Liesbet. Als jij belt, zal ik altijd opnemen.’ Omgekeerd geldt ook: ik neem altijd mijn telefoon op als zij belt, wat ik ook doe en waar ik ook ben.
Zo’n twee weken voor Kerstmis is het verdict gevallen: Kathelijne had borstkanker. Ze kreeg toen ook te horen dat het om een hormoonafhankelijke tumor ging die verwijderd kon worden met een borstsparende operatie. In de weken voor de operatie, hebben we veel gebeld. Kathelijne was in de war, verdrietig en bang. Bang voor wat haar te wachten stond, voor de impact van de ziekte op haar lichaam, bang om dood te gaan ook. Ik kon niet meer doen dan luisteren en zo eerlijk mogelijk antwoorden op haar vragen. De genezingskansen van borstkanker zijn vrij hoog, stelde ik haar gerust: het loopt meestal goed af.
Dat Kathelijne met sommige vragen bij mij kwam aankloppen, is overigens niet zo vreemd. Oncologie is immers mijn werkterrein. Ik heb biomedische wetenschappen gestudeerd, behaalde een doctoraat in kankeronderzoek en werk vandaag bij een bedrijf dat nieuwe kankertesten ontwikkelt en op de markt brengt. Nee, ik heb geen knop moeten omdraaien toen mijn beste vriendin borstkanker kreeg. Voor Kathelijne ben ik er uitsluitend als vriendin, niet als kankeronderzoeker. Ik ben haar klankbord en luisterend oor, ook op momenten dat ze er haar man en kinderen niet mee wil lastigvallen. ‘Ik kan al mijn gezaag bij jou kwijt’, zei ze onlangs lachend. En daarna, wat me tot tranen toe beroerde: ‘Je bent mijn rots’.
Begin januari is Kathelijne geopereerd. Ik ben die dag de stad ingetrokken met mijn dochter Loïse en mijn metekind Mily, Kathelijnes oudste dochter. Op zoek naar afleiding, die we toch niet echt vonden in de winkelstraten. Daarvoor waren we met onze gedachten te veel bij Kathelijne. Het enige wat ik die dag gekocht heb, was een cadeautje voor Kathelijne: een halsketting van het merk This Is The Shit, afgekort tot het toepasselijke vierletterwoord TITS. Perfect als geluksbrenger en als teken dat ik aan haar dacht.
Na de operatie werd de behandeling opgestart: eerst zware chemo, dan lichtere chemo, vervolgens radiotherapie en tenslotte hormoontherapie. Momenteel is Kathelijne bezig met de tweede chemoreeks. Ze is gelukkig goed omringd. Zo heeft ze een heel schema kunnen opstellen van familieleden en vriendinnen die op haar chemodagen meegaan naar het ziekenhuis. Ik ben ook al een paar keer meegeweest. Waar de gesprekken op zo’n chemodag over gaan? Zeker niet alleen over kanker. Al is de gedachte eraan natuurlijk nooit ver weg.
Ook over mijn eigen beslommeringen praat ik nog altijd met Kathelijne. In het begin van haar ziekte heb ik dat zelfs moeten beloven: ze stond erop dat ik haar zou blijven ‘lastigvallen’ met alles wat er speelt in mijn leven. Elke keer als we elkaar zien, vertel ik haar waar ik zoal mee bezig ben, net als altijd. De leuke dingen, maar ook de dingen waar ik tegenaan loop. Frustraties na een vervelende dag op het werk, zorgen om iets met de kinderen, kleine ergernissen allerhande: ik hoef me nergens over in te houden. Kathelijne zou het trouwens direct merken als ik ergens mee zat en dat niet met haar deelde. Het zou ook niet goed zijn voor onze vriendschap als ik me anders zou gaan gedragen tegenover haar, in een poging om haar te sparen. Omgekeerd zou ik dat ook niet willen.
Al is er één onderwerp waarover ik niet meteen het achterste van mijn tong laat zien: dat kanker niet altijd een goede afloop kent. Ik heb in mijn omgeving al verschillende mensen verloren aan kanker: mijn schoonbroer, een vriendin, een goede vriend. Allemaal mensen die in de fleur van hun leven met de ziekte geconfronteerd werden en het helaas niet gehaald hebben. Als Kathelijne me vraagt naar hun ziekteproces en hoe ze uiteindelijk zijn doodgegaan, betrap ik mezelf erop dat ik daar snel overheen praat. Of ik benadruk dat het om uiterst zeldzame complicaties ging. Ik ken Kathelijne immers goed genoeg om te weten hoe zulke verhalen er bij haar inhakken. Ik wil haar niet nodeloos ongerust maken.
Kathelijne was altijd een gezonde vrouw. Ze deed aan sport, lette op haar voeding, voelde zich fit en energiek. Tot ze die tumor in haar borst ontdekten. Dat haar lichaam nu gesloopt wordt door de chemotherapie, is voor haar confronterend. Uitgerekend de behandeling die haar moet genezen, zorgt ervoor dat ze zich zieker en vermoeider voelt dan ooit. Logisch dat dit op haar gemoed werkt. ‘Na elke chemo mag je je één dag laten gaan en helemaal down voelen’, heb ik haar op het hart gedrukt. ‘Daarna vraag je je af: wil ik zo verder, of raap ik mijn moed bij elkaar?.’ Daar moest ze om lachen.
Het is trouwens iets wat ik ook mezelf opleg, en niet alleen nu Kathelijne ziek is. Ik wil zo positief mogelijk in het leven staan. Daarom maak ik er bewust werk van om te focussen op kleine geluksmomenten en niet te veel te zagen en te klagen. Mijn motto: het leven is te kort om tijd en energie te steken in negatieve gedachten. Rampen en tegenslagen kun je toch niet tegenhouden, dus heeft het geen zin om je vooraf allerlei doemscenario’s in het hoofd te halen. Niet dat ik daar altijd in slaag, trouwens. Zeker wat Kathelijnes ziekte betreft, hou ik toch nog altijd een beetje mijn hart vast. Ik ben weliswaar niet meer zo bang als in het begin, toen het voortdurend door me heen flitste dat Kathelijne zou kunnen doodgaan. Een gedachte die zo ondraaglijk was dat ik alleen maar kon huilen. Intussen lukt het beter om positief blijven. Er zijn tot nog toe geen complicaties en Kathelijne reageert goed op de chemo. Al weten we pas op het einde van de rit of de behandeling effectief heeft aangeslagen. Tot het zover is, blijft het toch laveren tussen hoop en vrees.
Toen Kathelijne pas de diagnose had gekregen, was ze niet alleen bang om zich ziek te voelen maar ook om er ziek te gaan uitzien. Ze wist zeker: als iedereen aan haar kon zien dat ze kanker had, zou ze zich nog veel slechter voelen. Daarom is ze ook supergemotiveerd om tijdens haar chemosessies een ijskap op haar hoofd te dragen, om zo de kans op haarverlies te beperken. Zolang ze nog haar heeft, voelt ze zich minder een patiënt en lukt het haar beter om positief te blijven. De ijskap lijkt te helpen, maar helaas niet 100 procent: achteraan op haar hoofd is het haar dun en schemert haar huid erdoorheen. Gelukkig heeft ze nog genoeg haar om die kale plekken te camoufleren.
Vlak na haar operatie, toen ze haar arm niet kon opheffen, heb ik eens haar haar gewassen toen ik bij haar thuis op bezoek was. Het was fijn om iets voor haar te kunnen doen waardoor ze zich misschien wat beter zou voelen. Ik zie het tafereel nog voor me: Kathelijne stond gebukt over de badrand terwijl ik voorzichtig haar donkere krullenbol inzeepte. Een beklijvend moment dat me nog altijd sterk ontroert als ik eraan terugdenk. Toen waren we nog aan het prille begin, compleet in het ongewisse over wat er Kathelijne nog allemaal te wachten stond. Intussen staan we gelukkig al heel wat stappen verder.
Onze vriendschap was altijd al warm en hecht, maar de laatste maanden is daar nog een dimensie bijgekomen. Kathelijne en ik weten meer dan ooit wat we aan elkaar hebben: wat er ook gebeurt, we zijn er voor elkaar. Al zou ik er in deze moeilijke tijden nog wat meer voor haar willen zijn en heb ik soms zelfs het gevoel dat ik tekortschiet, omdat ik haar niet zo vaak kan bezoeken als ik zou willen. Ik zeg haar dat ook regelmatig. Het gevoel van ‘je bent als vriendin ontzettend waardevol voor me’ was er altijd wel bij ons, maar nu spreken we het ook makkelijker uit. Dat heeft zeker te maken met het feit dat zij borstkanker heeft gekregen: het besef dat je van de ene dag op de andere ziek kan worden, maakt alles minder vanzelfsprekend. Het doet je meer stilstaan bij wat belangrijk is in het leven, meer terugvallen op waar het echt om draait en wat je met elkaar verbindt.
Wat er nu gebeurt met Kathelijne, doet me ook meer stilstaan bij mijn eigen gezondheid. Ik heb na haar diagnose alleszins meteen een app gedownload - ‘Your boobs are calling’ – die me nu elke maand een sms-herinnering stuurt om mijn borsten te onderzoeken. Ik ben me er ook meer van bewust dat een regelmatig borstenonderzoek door de gynaecoloog echt van levensbelang kan zijn. Bij mij is het intussen alweer even geleden. Tijd voor actie dus: ik bel vandaag nog voor een afspraak.”
Deel dit artikel via:
Content volgens thema
Doe een donatie
Donaties door particulieren gaan naar het Pink Ribbon Fonds, dat wordt beheerd door de Koning Boudewijnstichting.
Pink Support
Steun de strijd tegen borstkanker op jouw manier en organiseer een actie op het Pink Support Platform!
Nieuwsbrief
Wil je op de hoogte blijven van wat Pink Ribbon doet? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!