Pink Monday-getuigenis Veronique Bex: Een zoektocht naar geluk
Diagnose Behandeling Weer aan het werk Pink Monday08-02-2021 - Veronique (48) kreeg op haar 37ste verjaardag te horen dat ze borstkanker had. De diagnose kwam binnen als donderslag bij heldere hemel. Veronique was net aan de slag in haar droom job, als verpleegkundige in een operatiekwartier. Wat volgde was een lange, interne strijd tussen haar lichaam en geest. Twaalf jaar later vertelt ze ons haar verhaal.
“Het was enorm zwaar om aan mezelf toe te geven dat ik mijn dromen en wensen moest opgeven omdat het lichamelijk niet meer lukte.”
Een turbulente verjaardag
“Toen ik onder de douche een klein knobbeltje ontdekte, had ik meteen een vermoeden van wat er zou volgen. Borstkanker zat al jaren in mijn familie: mijn mama, tantes en nichtjes hebben de ziekte gehad. Daarom was ik extra alert voor veranderingen in mijn borsten. Ik ging onmiddellijk naar mijn huisarts, die me doorverwees naar het ziekenhuis voor een mammografie. Na de mammogram kwamen de radiologe en twee verpleegkundigen naar me toe in de wachtzaal. Ze namen mij apart en vertelden me dat er wel degelijk iets te zien was op de echografie en ze er nog een wilden maken. De radiologe was erg lief en legde me goed uit wat ze zag, en dat verontruste haar erg. Toen ze vertelde dat ze graag een biopsie wilde doen, geraakte ik helemaal in paniek. Ik kon niet meer helder denken en liet alles maar gebeuren. De biopsie deed pijn en was akelig, maar alles ging zo snel dat het voorbij was voor ik het doorhad.
Twee dagen later, op mijn 37ste verjaardag, werd ik gebeld door mijn huisarts. Die bevestigde mijn vermoeden en vertelde dat mijn gezwel inderdaad kwaadaardig was. De periode tussen de bevestiging van de diagnose en mijn eerste consultatie in het ziekenhuis heb ik in een staat van pure paniek doorgebracht. Mijn lichaam reageerde zo heftig op het nieuws: ik kon niet meer eten, alleen nog maar overgeven, ook al zat er niets meer in mijn maag. Het heeft zeker twee weken geduurd voor mijn lichaam terug tot rust kwam.
Drie weken na mijn eerste consultatie lag ik al op de operatietafel voor een mastectomie. Dag op dag een jaar nadien - en na een genetische screening - werd ook mijn andere borst verwijderd. Zes jaar later werden ook mijn baarmoeder en eierstokken verwijderd, omdat mijn kanker hoge hormonale waarden had en het risico op herval groot was.
Een verloren droom
Toen ik de diagnose kreeg, was ik nog niet zo lang afgestudeerd als verpleegkundige en nog maar net begonnen aan mijn eerste job in het operatiekwartier van een ziekenhuis. Omdat ik door de ingreep een zenuwletsel en daarbij horende problemen aan mijn arm had, kon ik niet meer alles doen. Mijn werkgever was daarvan op de hoogte en steunde mij ook waar mogelijk. Zo werd er in het uurrooster rekening gehouden met de dagen waarop ik naar het ziekenhuis moest voor behandeling of controle. Ik maakte mondeling afspraken met mijn diensthoofd en de directie over mijn takenpakket. Het zwaardere werk werd overgenomen door mijn collega’s.
Ik voelde me daar niet altijd prettig bij en probeerde toch zoveel mogelijk zelf te doen, wat natuurlijk niet bevorderlijk was voor de pijn en het herstel van mijn arm. Mijn collega’s waren heel begripvol, maar op drukke momenten was er niet altijd tijd om rekening te houden met mij. Zo gebeurde het wel eens dat ik er toch alleen voor stond. Dan moest ik gewoon verder werken, ook al had ik verschrikkelijke pijn. Langzaamaan moest ik toegeven dat ik niet meer alles kon zoals voorheen. Het zenuwletsel en de nabehandelingen die ik kreeg, hadden een enorm grote impact op mijn lichaam.
Door de behandeling werd mijn hormoonhuishouding stilgelegd, waardoor ik plots van het ene op het andere moment in een chemische menopauze terecht kwam. Plots was ik altijd maar moe, kreeg ik problemen met mijn geheugen, had ik altijd wel ergens pijn,… Mijn jonge lichaam was plots ‘oud’ geworden. Ik vond dat verschrikkelijk. Het heeft me veel tranen en maanden vol gesprekken met hulpverleners gekost om dit te kunnen verwerken. Ik, de fitte, jonge meid die haar werk met hart en ziel deed, kon dat nu niet meer. Aangezien ik pas op latere leeftijd verpleegkunde ben gaan studeren, was het voor mij extra moeilijk om te moeten inzien dat ik mijn droom job niet langer kon uitvoeren. Ik had er zo naar uitgekeken om als verpleegkundige in een operatiekwartier aan de slag te gaan, maar moest onvermijdelijk toegeven dat dat omwille van mijn kankerdiagnose niet langer mogelijk was.
Een nieuwe weg
Ik gaf met spijt in het hart mijn job in het operatiekwartier op en ging op zoek naar iets wat ik fysiek wel aankon. Omdat ik graag aan de slag wou blijven als verpleegster, startte ik als nachtverpleegkundige. Fysiek was dat een stuk makkelijker, omdat het zwaardere werk door de nachtdiensten voor een stuk wegviel. Mijn takenpakket bestond vooral uit het klaarzetten en toedienen van medicatie, beloproepen van de residenten en administratieve taken.
Mijn nieuwe werkgever diende een aanvraag in bij de dienst Arbeidshandicapspecialisatie van de VDAB om te kijken of ik in aanmerking kwam voor een Vlaamse ondersteuningpremie*. Omdat ik een blijvend letsel had, was dat ook zo. Dat maakte dat mijn werkgever gedeeltelijk vergoed werd voor mijn mindere productiviteit en extra afwezigheden door doktersbezoeken. Deze premie werd ook gebruikt om specifieke hulpmiddelen aan te schaffen die voor mij het werk makkelijker maakten.
De kleine gelukjes in het leven
Vandaag, twaalf jaar na mijn diagnose, heb ik grotendeels vrede genomen met mijn lichamelijke beperkingen. Ik moest ook, want ik had geen keuze en mijn leven ging onherroepelijk verder. Ik werk nog steeds als verpleegkundige, maar in een aangepast arbeidsregime. Ik heb zoveel jaar later nog steeds pijn en problemen met mijn rechterarm en torso, maar sinds enkele jaren krijg ik om de zes à acht weken een Linisol infuus. Dat zorgt ervoor dat de pijn onder controle blijft. Toch zal ik de gevolgen van mijn borstkanker voor de rest van mijn leven meedragen.
Mijn leven heeft op mijn 37ste een onverwachte en hele andere wending genomen. Op een paar maanden tijd ging ik van een jonge, vrolijke meid, die nog een hele carrière voor zich had liggen, naar een jonge meid met een lichaam dat fysiek niet meer mee wilde. Tegelijkertijd wou ik mentaal nog wel op dezelfde, actieve manier doorgaan. Dat gevecht in mijn hoofd heeft me nog het meeste pijn gedaan. Het was enorm zwaar om aan mezelf toe te geven dat ik mijn dromen en wensen moest opgeven omdat het lichamelijk niet meer lukte.
Maar zoals ik al schreef, leer je dat te accepteren en vind je uiteindelijk andere manieren om weer gelukkig te zijn. Als ik nu terugkijk naar mijn traject, dan blijven die eerste jaren na mijn diagnose een erg droevige periode. Je hoofd wil nog zoveel maar je lijf schreeuwt ‘stop’. Dankzij intense gesprekken met hulpverleners en de steun van familie, vrienden en lotgenoten leerde ik beetje bij beetje om terug de kleine gelukjes te vinden in het leven. Ik leerde dat gelukkig zijn met kleine, persoonlijke overwinningen, vriendschappen en dagen zonder pijn ook al een groot verschil maken!”
*Wat is een Vlaamse ondersteuningpremie (VOP)? Je werkgever krijgt een premie als je arbeidsbeperking of gezondheidsprobleem invloed heeft op het functioneren in je job. Meer informatie op: https://www.vdab.be/arbeidshandicap/wzvop.shtml
Content volgens thema
Gerelateerd
Doe een donatie
Donaties door particulieren gaan naar het Pink Ribbon Fonds, dat wordt beheerd door de Koning Boudewijnstichting.
Pink Support
Steun de strijd tegen borstkanker op jouw manier en organiseer een actie op het Pink Support Platform!
Nieuwsbrief
Wil je op de hoogte blijven van wat Pink Ribbon doet? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!