De Mammoquiz-resultaten van 124 deelnemende parlementsleden en hun medewerkers

Uit de resultaten blijkt dat de parlementsleden en hun medewerkers bovengemiddeld bewust zijn van de alarmtekens en het risico op laattijdige detectie. Deelnemers aan de Mammoquiz worden op basis van het antwoorden ingedeeld in 6 verschillende categorieën: waakhonden, dolfijnen, papegaaien, angsthazen, struisvogels en luiaarden. Elke categorie heeft zijn specifieke kenmerken.

• Van de 124 deelnemers in het parlement blijken meer dan helft (52%) dolfijnen te zijn. Die leven gezond en zijn goed geïnformeerd, een tikkeltje onbezorgd en doen vooral aan zelfonderzoek in plaats van naar de dokter te gaan.

• 17% van de deelnemende parlementsleden zijn waakhonden. Die zijn het best op de hoogte van de alarmtekens, doen regelmatig zelf controles en aarzelen niet om naar een arts te stappen bij twijfel. Een uitnodiging voor een mammografie wordt dan ook steevast opgevolgd.

• 27% valt in de papegaaien. Die controleren wel regelmatig hun borsten, maar zijn niet erg goed op de hoogte van de mogelijke alarmsignalen. Ze geloven ook makkelijk alles wat er verteld wordt over de ziekte, en riskeren dus minder goed geïnformeerd te zijn, met als gevolg een matig risico op laattijdige detectie.

• Slechts 5% categoriseren we als luiaarden. Die besteden weinig aandacht aan hun borsten, en zijn er vaak ook minder tevreden over. Ze weten daarnaast ook niet goed waar ze moeten op letten en doen weinig of niet aan zelfcontrole. Deze vrouwen lopen dus een hoger risico om een beginnende borstkanker niet tijdig te ontdekken.

• De struisvogels zijn zeldzaam in het parlement. Slechts 4% van de deelnemers steekt het hoofd in het zand, vermijdt over de ziekte te praten en loopt bijgevolg een hoger risico op laattijdige detectie.

• Maar de zeldzaamste dieren in het parlementsgebouw blijken angsthazen te zijn. Slechts 1,5% valt onder die categorie, die zich kenmerkt door makkelijk te praten over gezondheidskwesties, en door een onderliggende angst, die ervoor zorgt dat ze zich vaker dan gemiddeld laten controleren. Er is dus een zekere paniek, die evenwel niet altijd even gegrond is.

De resultaten van de Belgische bevolking

Vergeleken met het gemiddelde van de bijna 22.000 deelnemers aan de Mammoquiz, scoren de parlementariërs dus goed wanneer het gaat over algemene kennis van de alarmsignalen. Maar dat ze nog werk hebben om een belangrijk deel van de bevolking nog beter te informeren en aan te zetten tot controles, dat is letterlijk van levensbelang.

Wie de zelftest wil doen, afspraak op www.mammoquiz.be.