Rita Deconinck, borstverpleegkundige: “Onze patiënten mogen ons altijd bellen”
Behandeling Na borstkanker Psychosociale zorg Cijfers en feiten25/11/2022 - Luisteren naar de noden, informeren, troosten en vragen beantwoorden. In een borstkliniek is de borstverpleegkundige de centrale begeleider doorheen het hele traject van iedere patiënt. “Neen, dit is geen nine-to-five-job,” lacht Rita Deconinck, voorzitter van de Vlaamse borstverpleegkundigen.
In 2005, kort nadat de eerste borstklinieken werden opgericht in Belgische ziekenhuizen met als doel de expertise rond borstkanker te bundelen, staken in Vlaanderen een aantal betrokken verpleegkundigen de koppen bij elkaar om te overleggen hoe ze aan dat verhaal hun steentje konden bijdragen. In Vlaanderen organiseerden ze zich in de werkgroep Vlaamse borstverpleegkundigen. Later kwamen daar verpleegkundigen gespecialiseerd in bekkenproblematiek bij en werd het officieel de Werkgroep Borstverpleegkundigen en Pelviene Gynaeco. Deze werkgroep is een onderdeel van de Vereniging Verpleegkundigen Radiotherapie en Oncologie (VVRO). Voorzitster is Rita Deconinck, borstverpleegkundige van de borstkliniek in AZ Sint-Lucas Gent, en van bij het prille begin bij dit verhaal betrokken. “De structuur van de borstklinieken maakte een enorme evolutie door,” vertelt ze, “Vandaag is een borstkliniek een goed draaiend netwerk van deskundigen, waaronder artsen, verpleegkundigen, kinesitherapeuten, psychologen, diëtisten, maatschappelijk werkers…, die multidisciplinair samenwerken rond borstaandoeningen en borstkanker in het bijzonder.” In de borstkliniek van AZ Sint-Lucas worden jaarlijks gemiddeld een 300-tal borstkankerpatiënten begeleid. “Voor iedere discipline kunnen we rekenen op meerdere deskundigen, zodat de continuïteit in de zorg gegarandeerd is.”
Fake news
Mevrouw Deconinck vervolgt: “Borstverpleegkundigen zien mekaar niet als concurrenten, integendeel, er is heel wat overleg en we leren van elkaar. Jaarlijks organiseren we navormingen en een congres. Zo blijven we up-to-date.”
Mensen met borstkanker gaan op zoek naar informatie en botsen niet zelden op fake news. “Het is een probleem van deze tijd,” zegt Rita Deconinck. “Online circuleert er veel onzin. Bovendien volgen niet alle lotgenotengroepen de gangbare wetenschap, waardoor er soms foute adviezen verstrekt worden, wat we ten zeerste betreuren.” Lotgenotengroepen zagen de borstklinieken aanvankelijk als concurrenten, maar ondertussen wordt wel al vaker samengewerkt. “We zijn complementair,” klinkt het.
Minimale wachttijd
Patiënten met een verdacht borstletsel kunnen daags nadat ze het slechte nieuws vernomen hebben al terecht in de borstkliniek in Gent, bij zowel een arts en zo snel het kan bij een borstverpleegkundige. “Er is niets zo erg als wachten in onzekerheid, wanneer je verneemt dat je borstkanker hebt,” zegt Deconinck, “Daarom schieten wij meteen in actie.” Op vijf dagen tijd worden de nodige onderzoeken verricht om zicht te krijgen op de tumor en volgt de borstverpleegkundige het hele traject mee op.
“We geven duiding bij wat de artsen meedelen, zodat de patiënt goed begrijpt waar hij of zij aan toe is.” Die informatie geven Deconinck en haar collega ook steeds op papier mee, zodat mensen het nog eens rustig kunnen nalezen thuis. Bijkomende vragen mogen altijd telefonisch gesteld worden. “Onze patiënten mogen ons altijd bellen”, klinkt het. “Wanneer een borstoperatie gepland staat, ga ik of mijn collega mee naar het operatiekwartier en blijf ik bij de patiënt tot die onder narcose is.” Na de operatie, bij het ontwaken, staan we in de recovery met informatie over het verloop van de ingreep. “Stel dat een okselklier werd onderzocht tijdens de operatie en aangetast blijkt, dan zeggen we daar al iets van, uiteraard altijd in samenspraak met de arts.”
Tijdens het hele behandelplan blijft de borstverpleegkundige het aanspreekpunt voor de patiënt. Ook wanneer patiënten thuis herstellen van de ingreep. “We werken goed samen met de huisartsen en thuisverpleegkundigen uit de regio.”
Haarverlies is zwaarste dobber
De diverse behandelingen van borstkanker zijn sterk verbeterd. Neem nu huidverbranding door achtereenvolgende bestralingen. “In ons ziekenhuis is een verpleegkundige gespecialiseerd in wondzorg aanwezig die de patiënten informeert over aangepaste huidverzorging wanneer ze bestralingen krijgen. Mede dankzij dat advies komt huidverbranding nog weinig voor,” licht Deconinck toe. Ook misselijkheid en braken, vroeger legio bij chemotherapie, komen steeds minder voor dankzij verbeterde medicatieschema’s. “Nevenwerkingen worden zeer goed opgevolgd, en soms worden doses aangepast zonder impact op de levensverwachting. Mensen denken soms dat de therapie beter werkt wanneer ze ervan afzien. Wij leggen hen uit dat dit niet zo is.”
Van alle nevenwerkingen waarmee een vrouw met borstkanker vandaag geconfronteerd wordt, blijkt haarverlies de zwaarste dobber. “In geval van mogelijke haaruitval, geven we alle informatie mee waar patiënten terechtkunnen voor een mutsje, een pruik, enzovoort.” Ook met hormoontherapie hebben patiënten het soms best moeilijk, weet Rita Deconinck. “Vrouwen worden gemotiveerd om de therapie goed te volgen en doen dat doorgaans ook, maar de impact op de levenskwaliteit mag je niet onderschatten. Daarom wordt geval per geval gekeken of de nabehandeling echt nodig is.” Frequente nevenwerkingen zijn spier- en gewrichtsklachten. Ook minder zin in vrijen en geheugenklachten komen voor
Nazorg en reconstructie
Alle patiënten krijgen de kans om een psycholoog te spreken. De psycholoog is er ook voor partner en kinderen. Verder wordt veel belang gehecht aan een goede revalidatie, onder leiding van een kinesitherapeut. Een gesprek met een oncodiëtiste staat eveneens op het programma, want veel patiënten zitten met vragen over voeding. Tenslotte zijn er de vele vragen rond reconstructie. “De meerderheid kiest voor een reconstructie op lange termijn,” weet Rita Deconinck. “Wanneer de reconstructie te snel volgt, is het risico op nevenwerkingen en complicaties te groot, weten we nu.” De periode tussen behandeling en reconstructie wordt soms overbrugd met externe prothesen. Ook dan blijft de borstverpleegkundige haar sleutelrol vervullen. “De diverse mogelijkheden worden vooraf besproken met de plastisch chirurg van de borstkliniek en nadien luisteren wij naar de zorgen en noden. Verwachtingen moeten soms worden bijgesteld. We zijn daar eerlijk over. Reconstructie is een verhaal van vallen en opstaan, maar er is altijd een oplossing.”
Deel het artikel op:
Content volgens thema
Doe een donatie
Donaties door particulieren gaan naar het Pink Ribbon Fonds, dat wordt beheerd door de Koning Boudewijnstichting.
Pink Support
Steun de strijd tegen borstkanker op jouw manier en organiseer een actie op het Pink Support Platform!
Nieuwsbrief
Wil je op de hoogte blijven van wat Pink Ribbon doet? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!